Kennisplatform
Nieuw: Let op! Wij-leren.nl lanceert nieuwe website

Streven naar voldoen aan de norm kwalijk voor ontwikkeling

Sieneke Goorhuis
Orthopedagoog en spraakpatholoog bij Stenden Hogeschool   

Goorhuis, S. (2014). Streven naar voldoen aan de norm kwalijk voor ontwikkeling.
Geraadpleegd op 19-09-2024,
van https://wij-leren.nl/cito-score-hanteren.php
Geplaatst op 1 juni 2014
Citoscore hanteren

CITO-scores

In het beleid rond jonge kinderen doen een aantal misverstanden de ronde. In een aantal artikelen worden deze foutieve aannames tegen het licht gehouden. In dit artikel wordt besproken hoe er vaak foutief omgegaan wordt met normen en CITO-scores.

Misverstand: Alle kinderen zouden een A-score moeten kunnen halen

De derde vooronderstelling rond het beleid voor jonge kinderen is dat op basis van de normhantering gebaseerd op CITO scores, alle kinderen een A-score zouden moeten kunnen halen. Ook deze vooronderstelling is onjuist. De taalontwikkeling bij jonge kinderen laat, gezien de ontwikkelingsfase waarin deze kinderen verkeren, grote spreidingen zien, zoals werd aangetoond in promotieonderzoek van Margreet Luinge (2005). Zij analyseerde de taalontwikkeling bij 527 Nederlandstalige kinderen tussen 12 en 72 maanden. De leeftijd waarop 10 procent, 50 procent of 90 procent van de kinderen een bepaalde mijlpaal in de taalontwikkeling heeft behaald, kan sterk verschillen. Een taalachterstand van twee jaar - daar wordt door politici van links tot rechts vaak in dramatische termen over gesproken - kan op een normale spreiding in de ontwikkeling duiden (zie figuur 2).
 
mijlpalen taalontwikkeling
 
Figuur 1  Leeftijden waarop 10%, 50% en 90% van de kinderen een bepaalde mijlpaal in de taalontwikkeling heeft behaald.

Legenda bij figuur 1:
1.begrijpt opdrachtjes met twee woorden,
2. kan één of meer lichaamsdelen aanwijzen;
3. zegt ongeveer 10 woordjes;
4. begrijpt zinnetjes met drie woorden;
5. kan twee woordjes combineren;
6. maakt zinnetjes met drie woorden;
7 maakt zinnetjes met drie tot vier woorden;
8. ongeveer de helft verstaanbaar;
9. vertelt spontaan een verhaaltje;
10. kan een verhaaltje navertellen aan de hand van plaatjes;
11. ongeveer drie kwart verstaanbaar;
12. lange, ook samengestelde zinnen; 
13. bijna alles te verstaan;
14. spreekt ongeveer als een volwassene– niet in deze figuur, omdat deze niet gefit kon worden als functie van de leeftijd.

De productie van tweewoordzinnen (mijlpaal 5) varieert van 15 tot 25 maanden en een verhaaltje navertellen (mijlpaal 10) varieert tussen 20 en 42 maanden. Een goede verstaanbaarheid (mijlpaal 13) varieert van 32 tot 60 maanden. Een taalachterstand is pas aanwezig als kinderen minder presteren dan 90% van hun leeftijdgenootjes, hetgeen overeenkomt met een E-CITO-score. Een score onder het gemiddelde (50% van de kinderen heeft de mijlpaal behaald, dit kind nog niet) mag niet verward worden met een onvoldoende score. Wanneer men dat wel doet, zet men kinderen onder druk en raken ouders in de war.
 
De huidige trend in scholen om zich te baseren op CITO scores en kinderen daarop te beoordelen is daarom een ongezonde trend. In het huidige schoolbeleid wordt de suggestie gewekt dat alleen een A-score goed is. Maar een A-score is niet goed, laat staan normaal. Een A-score is excellent en dat kunnen maar weinigen bereiken. B en C scores zijn normaal.
De Duitse geleerde Carl Friedrich Gauss (1777-1853) gaf ons inzicht in de normaal verdeling. Deze verdeling geeft aan dat niet alle mensen dezelfde mogelijkheden of eigenschappen hebben. Dit geldt voor lengte, gewicht, maar ook voor leermogelijkheden.
De meeste mensen schommelen wat betreft het leervermogen  rond de gemiddelde waarde van 100 (85-115), dat geldt voor 68% van de bevolking, zie figuur 2.
Kromme van Gauss leervermogen
 
Figuur 2. Kromme van Gauss  m.b.t. leervermogen.
 
Omdat voor de beoordeling van het leervermogen B en C scores volstrekt normale scores zijn spreekt de campagne 'Het MBO houdt de maatschappij draaiende' mij daarom erg aan. Het geeft aan dat ieder mens, gegeven de mogelijkheden die in aanleg zijn gegeven, zijn plaats kan vinden in de maatschappij en dat dat ook zo hoort te zijn. Op de website zijn de volgende citaten te vinden:
Tegenwoordig is er helaas geen respect meer voor praktische beroepen die de maatschappij draaiend houden. Als iedereen een HBO opleiding of hoger zou volgen, zouden er geen mensen meer overblijven om echt hard te werken. Dus iedereen kan wel lopen smijten met vooroordelen over MBO'ers, maar die mensen heb je later ook nodig voor de reparatie van je auto, de (ver)bouw van je huis, de kinderopvang en om je haar enigszins fatsoenlijk model te geven.“

Voorbeeld: De tijgermoeder

Van een vriendin kreeg ik een boek dat mij na lezing met afschuw had vervuld.
Een Chinees-Joods-Amerikaanse moeder (Amy Chua) vertelt in Strijdlied van de tijgermoeder (Nieuw Amsterdam, 2010) hoe ze haar twee dochters een Chineese opvoeding geeft. Dit betekent complete gehoorzaamheid aan de ouders en worden wat zij voor jou voor ogen hebben. Zo is de moeder ook zelf opgevoed. Toen zij op de middelbare school eindigde als tweede van haar klas, beet haar vader haar na afloop van de plechtigheid toe: Verneder ons nooit meer zo! Voor een Chinees geldt alleen de eerste plaats. Naar het Westen is deze gedachte ook al wel overgeslagen, want bijvoorbeeld bij de sport kan je ook alleen maar als eerste eindigen. Tweede en derde plaatsen tellen niet meer mee!
 
Ook de Sire reclames spreken voor zich. Herinnert u zich de reclame waarin de vader na een sportwedstrijd tegen zijn zoon zegt: ik schaam me voor jou! In zulke situaties zijn kinderen producten van hun ouders geworden en wordt hen het recht op een eigen bestaan ontzegd.
 
De tijgermoeder beschrijft in haar boek hoe ze de ene dochter brengt tot een concertpianiste, en de andere tot een gevierde violiste. Dit betekent, vanaf driejarige leeftijd 10 uur per dag studeren. Een terreur die zowel voor de dochters als voor de moeder zelf geldt. Moeder heeft namelijk ook nog een baan als docent (professor) aan de universiteit. Het gaat goed, totdat de tweede dochter op haar dertiende in opstand komt.
Wat een opluchting, toch nog een normaal kind gebleven, althans in mijn ogen.

Waarom mijn afschuw, terwijl de recensies over het boek van de tijgermoeder alom lovend zijn? Ook in Nederland is het boek populair. Komt dat omdat het tegemoet komt aan de heersende gedachte dat kinderen maakbaar zijn? : “Men neme de ingrediënten A en B en dan krijgen we C”. Maar helaas. Kinderen kunnen niet als deeg geklopt worden en vervolgens gebakken tot een boterkoek. Nee, kinderen hebben anders dan de ingrediënten voor een boterkoek al vanaf de geboorte een eigen temperament en karakter. Iedere ouder kan dat bevestigen.

Opvoeding

De maakbaarheidgedachte is onverenigbaar met het begrip opvoeding. Opvoeding is een kind volgen en stimuleren. Het betekent een kind zo begeleiden dat het uit kan groeien tot een persoon met zelfverantwoordelijke zelfbepaling. Maar wat betekent dat? Kunnen uitgroeien tot een persoon betekent dat het kind zich in eerste instantie letterlijk en figuurlijk op handen gedragen voelt. Vanuit dat gevoel durft het kind op onderzoek uit te gaan en durft het de mogelijkheden die het in zich heeft te ontplooien. De ouders zien wat een kind probeert en helpen als het kind het nog niet geheel op eigen kracht kan.
 
Kenmerkend voor de begeleiding van jonge kinderen is geduld:

Je mag zijn zoals je bent
Om te worden wie je bent
Maar nog niet kunt zijn
En je mag het worden
op jouw manier
In jouw tijd
 
Het kind mag zichzelf zijn en kan zo ook vertrouwen ontwikkelen in zichzelf.
Naast dit alles worden kinderen ingevoerd in de betekenisvolle wereld die wij al bewonen. Volwassenen proberen kinderen betekenissen te laten begrijpen: we leren hen kijken, luisteren, een voorstelling van iets te maken. We leren hen geloven, begrijpen, wensen en kiezen. Dit is méér dan alleen cognitie (dingen kennen) of kunstjes kennen (piano of viool spelen). Opvoeding is inleiden in betekenissen,  daarom is opvoeding altijd normatief. Hierdoor ontwikkelen kinderen hun eigen zelfbewustzijn, waarmee ze nadenkend in het leven kunnen staan en waardoor ze uiteindelijk verantwoordelijkheid kunnen dragen voor hun eigen daden.
 
De puberteit is bij uitstek de levensfase waarin kinderen de waarden en normen waarmee ze zijn groot gebracht ter discussie stellen en vervolgens hieromtrent hun eigen positie bepalen. De pedagoog Langeveld noemde dit zelf verantwoordelijke zelfbepaling; je eigen positie kunnen en durven te bepalen. Voor het democratisch functioneren van een maatschappij is dit van het allergrootste belang.
De tijgermoeder voedt niet op, maar drilt. De vraag moet gesteld worden of je langs die weg ook kan komen tot zelfverantwoordelijke zelfbepaling.

Conclusie

Samenvattend komt het er op neer dat er uitgegaan moet worden van de unieke mogelijkheden van het kind en niet van de door anderen gestelde normen. Het telkens maar moeten voldoen aan door anderen opgelegde normen is kwalijk voor een gezonde ontwikkeling van jonge kinderen.
 

Samenvatting

In dit artikel worden misverstanden besproken, met de focus op normen en scores. Het artikel weerlegt het idee dat alle kinderen een A-score zouden moeten behalen, en benadrukt dat de taalontwikkeling bij jonge kinderen variabel is. Normale spreiding in ontwikkeling wordt geïllustreerd aan de hand van mijlpalen in taalontwikkeling. Het pleit tegen de huidige trend van scholen om zich strikt te baseren op CITO-scores, waarbij de suggestie wordt gewekt dat alleen een A-score acceptabel is. De tekst verwijst naar de normale verdeling volgens Gauss en benadrukt dat B en C scores als normaal moeten worden beschouwd. Het artikel bekritiseert ook opvoedingsmethoden, zoals de 'tijgermoeder'-aanpak, die maakbaarheidsideeën verwerpt en pleit voor geduldige begeleiding en het erkennen van de unieke mogelijkheden van elk kind.
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.