Kennisplatform
Nieuw: Let op! Wij-leren.nl lanceert nieuwe website

Het effect van het loslaten van het jaarklassensysteem op de ontwikkeling van kinderen

Geplaatst op 22 augustus 2024

In de traditionele onderwijsstructuur volgen leerlingen een vast jaarklassensysteem waarin ze elk jaar een nieuwe leerstof verwerken en overgaan naar de volgende groep. Dit systeem, hoewel langdurig en bekend, kan op verschillende manieren invloed hebben op de ontwikkeling van kinderen. Het idee om het jaarklassensysteem los te laten en meer flexibele leermethoden te implementeren, wordt steeds serieuzer overwogen. Dit artikel onderzoekt de impact van het loslaten van het jaarklassensysteem en hoe dit kan bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen.

Het Jaarklassensysteem: Een Overzicht

Het jaarklassensysteem is een conventioneel model waarbij leerlingen in een specifieke leerjaar zitten op basis van hun leeftijd. Dit systeem is ontworpen om leerlingen een gestructureerd en uniforme leertraject te bieden, waarbij de leerstof en de verwachtingen zijn afgestemd op hun leeftijd en ontwikkelingsfase.

Voordelen van het Jaarklassensysteem:

  1. Gestructureerde Voortgang: Het systeem biedt een duidelijke structuur en planning, wat zorgt voor een voorspelbare voortgang in de leerstof.

  2. Gelijke Leeromgeving: Alle leerlingen binnen eenzelfde jaarklas volgen doorgaans hetzelfde curriculum, wat een uniforme basis voor leren en evaluatie biedt.

  3. Leermiddelen en Evaluatie: Het systeem maakt het eenvoudig om leermiddelen en evaluaties af te stemmen op de gemiddelde leeftijd en ontwikkelingsfase van de leerlingen.

Kritiek op het Jaarklassensysteem

Ondanks de voordelen zijn er verschillende kritiekpunten op het jaarklassensysteem:

  1. Verschillen in Leerbehoeften: Leerlingen hebben verschillende leerbehoeften en -snelheden. Het jaarklassensysteem kan belemmerend zijn voor leerlingen die sneller of langzamer leren dan hun leeftijdsgenoten.

  2. Beperkingen in Differentiatie: Het systeem maakt het moeilijk om in te spelen op individuele verschillen in leerbehoeften en kan leiden tot een gebrek aan uitdaging voor gevorderde leerlingen of onvoldoende ondersteuning voor leerlingen die moeite hebben met de stof.

  3. Stigmatisering: Leerlingen die blijven zitten of versnellen, kunnen stigmatisering ervaren, wat hun zelfvertrouwen en motivatie kan beïnvloeden.

Flexibele Leermethoden: Een Alternatief

Om de beperkingen van het jaarklassensysteem aan te pakken, worden flexibele leermethoden steeds populairder. Deze methoden zijn ontworpen om beter aan te sluiten bij de individuele behoeften en het leertempo van leerlingen.

Voordelen van Flexibele Leermethoden:

  1. Individuele Leertrajecten: Flexibele leermethoden stellen leerlingen in staat om hun eigen leertraject te volgen op basis van hun eigen snelheid en capaciteiten, wat kan leiden tot een meer gepersonaliseerde leerervaring.

  2. Adaptieve Leeromgevingen: Door het curriculum aan te passen aan de leerbehoeften van elke leerling kunnen scholen een meer op maat gemaakte leeromgeving creëren die zowel uitdagend als ondersteunend is.

  3. Verhoogde Motivatie en Betrokkenheid: Leerlingen die de vrijheid hebben om op hun eigen tempo te leren, kunnen meer gemotiveerd en betrokken zijn bij hun leerproces. Dit kan hun academische prestaties verbeteren en hun algehele leerervaring verrijken.

Voorbeelden van Flexibele Leermethoden

  1. Competentiegericht Onderwijs:

    Competentiegericht onderwijs richt zich op het ontwikkelen van specifieke vaardigheden en kennisgebieden, ongeacht de tijd die nodig is om deze te verwerven. Leerlingen kunnen vorderingen maken op basis van hun competenties in plaats van het volgen van een vast curriculum op basis van hun leeftijd.

    Voorbeeld: In plaats van te moeten voldoen aan de vereisten van een bepaald leerjaar, krijgen leerlingen opdrachten en toetsen op basis van hun eigen leerbehoeften en -vaardigheden.

  2. Leeftijdsgemengde Groepen:

    Leeftijdsgemengde groepen, waarbij leerlingen van verschillende leeftijden samen leren, kunnen een dynamische leeromgeving creëren. Dit bevordert samenwerking en peer learning, waarbij oudere leerlingen jongere leerlingen kunnen begeleiden en ondersteunen.

    Voorbeeld: Groepen leerlingen kunnen worden samengesteld op basis van hun vaardigheden en interessegebieden, waardoor ze van elkaar kunnen leren en hun sterke punten kunnen benutten.

  3. Blended Learning:

    Blended learning combineert traditioneel onderwijs met online leeractiviteiten. Dit stelt leerlingen in staat om op hun eigen tempo te leren, terwijl ze toegang hebben tot digitale middelen en ondersteuning.

    Voorbeeld: Leerlingen kunnen gebruik maken van online platforms en educatieve software om op hun eigen tempo te oefenen en hun voortgang te volgen, aangevuld met face-to-face instructie en begeleiding van docenten.

Implementatie en Uitdagingen

De overstap van een traditioneel jaarklassensysteem naar een flexibeler leerstructuur vereist zorgvuldig plannen en implementatie. Er zijn verschillende uitdagingen en overwegingen:

  1. Opleiding van Leraren:

    Leraren moeten worden opgeleid en ondersteund om effectief te werken binnen een flexibele leeromgeving. Dit omvat training in differentiatie, het gebruik van digitale middelen en het beheer van leeftijdsgemengde groepen.

    Voorbeeld: Professionaliseringsprogramma’s kunnen leraren voorzien van de nodige vaardigheden en kennis om succesvol om te gaan met flexibele leermethoden en gepersonaliseerd onderwijs.

  2. Aanpassing van Curricula en Leermiddelen:

    Het curriculum en de leermiddelen moeten worden aangepast om te voldoen aan de behoeften van een flexibele leeromgeving. Dit kan aanzienlijke veranderingen in het onderwijsontwerp en de beschikbare middelen vereisen.

    Voorbeeld: Ontwikkel modulaire leermaterialen en adaptieve cursussen die kunnen worden aangepast aan verschillende leerbehoeften en niveaus.

  3. Ouderbetrokkenheid en Communicatie:

    Het is belangrijk om ouders te betrekken bij het proces van verandering en hen te informeren over de voordelen en werking van de nieuwe leermethoden. Dit kan helpen om begrip en steun voor de veranderingen te bevorderen.

    Voorbeeld: Organiseer informatieavonden en workshops voor ouders om hen te informeren over de flexibele leermethoden en de rol die zij kunnen spelen in het leerproces van hun kinderen.

Evaluatie en Aanpassing

Het is essentieel om de effecten van flexibele leermethoden te evalueren en waar nodig aanpassingen te maken. Regelmatige evaluatie kan helpen om de impact op de leerresultaten te beoordelen en eventuele problemen vroegtijdig te identificeren.

Evaluatiemethoden:

  1. Leerlingprestaties en Voortgangsmonitoring: Houd de voortgang en prestaties van leerlingen bij om te beoordelen of de flexibele leermethoden effectief zijn en waar verbeteringen nodig zijn.

  2. Feedback van Leerlingen en Ouders: Verzamel feedback van leerlingen en ouders om inzicht te krijgen in hun ervaringen en de effectiviteit van de nieuwe leermethoden.

  3. Aanpassing van Onderwijsmethoden: Pas de onderwijsmethoden en -strategieën aan op basis van de evaluatieresultaten om ervoor te zorgen dat ze voldoen aan de behoeften van alle leerlingen.

Conclusie

 

Het loslaten van het jaarklassensysteem en het omarmen van flexibele leermethoden kan aanzienlijke voordelen bieden voor de ontwikkeling van kinderen. Door te focussen op individuele leerbehoeften, leeftijdsgemengde groepen en adaptieve leeromgevingen kunnen scholen een meer gepersonaliseerde en motiverende leerervaring bieden. Hoewel de overgang naar flexibele leermethoden uitdagingen met zich mee kan brengen, kunnen zorgvuldige planning, training en evaluatie bijdragen aan een succesvolle implementatie. Uiteindelijk kan een flexibele leerstructuur bijdragen aan een meer inclusieve en effectieve onderwijservaring die beter aansluit bij de unieke behoeften van elke leerling.

Geraadpleegde bronnen

  • Allington, R.L. e.a. (1995). No quick fix. Rethinking literacy programs in America’s elementary schools. New York: Teacher College Press.
  • Appelhof, P.N. (2009). Een orientatie naar verlengde onderwijstijd. Utrecht: Oberon.
  • Appelhof, P.N. (2011). Zicht op zomerscholen. Utrecht Oberon.
  • Barta, J.J. Allen, M.G. (1995). The dilemma of tracking and grouping in early childhood and middle grades.  Are we speaking the same language? In: Pool, H, Page, J.A. (ed) 1995). Beyond tracking. Finding succes in inclusive schools. Bloomington,  Indiana: Phi Kappa Educational Foundation.
  • Blok, H. (2004). Adaptief onderwijs: Betekenis en effectiviteit. Pedagogische Studiën, (81) 5-27).
  • Bosker, R. (2005). De grenzen van gedifferentieerd onderwijs. (Inagurele rede). Groningen: Universiteit Groningen.
  • De Groot, T. M. M. (2016). The IMC Weekendschool: perception of long-term effects among alumni. Brussels: Vrije Universiteit.
  • De Haan, D. (2015) Schoolverbetering in het daltononderwijs. Onderzoek naar het verband tussen daltononderwijs, schoolverbetering en onderwijskwaliteit. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen.
  • Denton, D.R. (2002). Summer School: Unfulfilled promise. Atlanta, GA: Southern Regional Education Board. http://www.sreb.org/programs/srr/pubs/Summer School.pdf
  • Doeleman, R, Westerbeek, K. (red).( 2002). Evaluatie KEA; Verslag van het Kleinschalig Experiment Achterstandsbestrijding in Rotterdam 1991- 2000. Rotterdam: CED-groep.
  • Driessen, G., Doesborgh, J., Ledoux, G., Veen, I., van der, Vergeer, M. (2003). Sociale Integratie in het Primair Onderwijs. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut - Nijmegen: ITS
  • Elbaum, B., Vaughn, S., Hughes, M., & Watson-Moody, S. (1999). Grouping practices and reading outcomes for students with disabilities. Exceptional Children, 65(3), 399-415.
  • Faber, S.E., Timmerman, M.C., Kievitsbosch, A.F. (2014) De zomerschool: een effectieve interventie tegen zitteblijven. Groningen: RIjksuniversiteit Groningen.
  • Fraser, B.J.,e.a. (1987) . Syntheses of educational productivity research. International Journal of Educational Research, vol. 11, (2). P. 147-252.
  • Gamoran, A. (1992). Access to excellence: Assignment to honors classes in the transition from middle to high school. Educational Evaluation and Policy Analysis, 14, (3), 185–204.
  • Gelder, L. van. (1961). Vernieuwingen van het basisonderwijs. Een didactische beschouwing over de leersituaties, het leerproces, en de leerstof van de lagere school. Mededelingen van het Algemeen Pedagogisch Studiecentrum, (nr.1). Groningen: J.B. Wolters.
  • Guiton, G & Oakes, J. (1995). Opportunity to Learn and Conceptions of Educational Equality. Educational Evaluation and Policy Analysis, Vol. 17, No. 3, The Leigh Burstein Legacy (Autumn, 1995), p. 323-336.
  • Guldemond, H. (1994). Van de kikker en de vijver: groepseffecten op individuele leerprestaties. Leuven/Apeldoorn: Garant.
  • Hattie, J. (2009). Visible learning: A synthesis of over 800 meta-analyses relating to achievement. London/New York: Routledge.
  • Hedges, L.V. (2000). Using convergeing evidence in policy formation: The case of class size research. Evaluation and Research in Education: the Durham and Newcastle Research Review, vol. 14, (3) pag. 193-205 (13).
  • Lou, Y., Abrami, P. C., Spence, J. C., Poulsen, C., Chambers, B., d’Apollonia, S. (1996). Within-class grouping: A meta-analysis. Review of Educational Research, 66 (4), 423-458.
  • Martin, K., Sharp, C. & Mehta, P. (2013) The Impact of the Summer Schools Programme on Pupils Research Report.  Manchester: NFER.
  • Marzano, R. J., Pickering, D., & Pollock, J. E. (2001). Classroom instruction that works: Research-based strategies for increasing student achievement. Alexandria, VA: ASCD.
  • Meijer, C. ( 1996). Integratiestreven in wereldwijd. Speciaal onderwijs, jrg. 69, (1), 1996.
  • Meyer, E, Van Klaveren, C. (2013) The effectiveness of extended day programs: Evidence from a randomized field experiment in the Netherlands. Economics of Education Review, Vol. 36, pp. 1-11.
  • Miller, B.M. (2007). The learning season: The untapped power of summer to advance student achievement. Quincy, MX: MMRA.
  • Mulder, L., Hoeven, A. van de, Vierke, H., Veen, I, van der, Elshof, D. (2009). Inrichting en effecten van schakelklassen. Resultaten van het evaluatieonderzoek schakelklassen in het schooljaar 2007/2008. Nijmegen: ITS / Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut.
  • Mulder, L., Ven, I, van der, Derriks, M., Elshof, D. (2012). De schakelklasleerlingen verder gevolgd. Een tweede vervolgonderzoek bij leerlingen die in  2006/07 of 1008/09 in een schakelklas hebben gezeten. Nijmegen: ITS, Radboud Universiteit / Amsterdam: SCO Kohnstamm Instituut.
  • Nijhof, W. (1968). Interne differentiatie als een innovatie. Een onderwijskundig onderzoek naar de haalbaarheid van een model voor interne differentiatie in het basisonderwijs. (SVO).’s-Gravenhage: Staatsuitgeverij.
  • Page, J.A. (ed.)(1995). Beyond tracking. Finding success in inclusive schools. Bloomington/Indiana: Phi Delta Kappa Educational Foundation.
  • Panteia (2013). Leerkansenprofi el in Den Haag, derde meting. Zoetermeer: Panteia.
  • Ruijs, N. (2014), The Effects of Montessori Education: Evidence from Admission Lotteries. TIER Working Paper 14/22.
  • Scheerens, J. (2016). Educatinal effectiveness and ineffectiveness. A critical review of the knowledge base. Dordrecht: Springer Scienc+Business media BV.
  • Slavin, Robert. (1986). Ability Grouping and student achievement in elementary schools: a best-evidence synthesis. Baltimore, MD: Center for Research on Elementary and Middle Schools.
  • Torgesen, J. (2004). Preventing early reading failure. Washington: AFT.
  • Vernooij, K. (2009, sept.,17). Omgaan met verschillen nader bekeken. Wat werkt? Verkregen op 4 juli 2016 via https://www.onderwijsmaakjesamen.nl/actueel/omgaan-met-verschillen-nader-bekeken-wat-werkt/
  • Wang, M. C., Haertel, G. D., & Walberg, H. J. (1997). Learning influences. In H. J. Walberg & G. D. Haertel, (Eds.), Psychology and Educational Practice (p. 199-211). Berkeley, CA: McCutchan.
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.