Kennisplatform
Nieuw: Let op! Wij-leren.nl lanceert nieuwe website

Leren van de buitenwereld

Dolf Janson
Senior onderwijsadviseur en -ontwikkelaar bij Jansonadvies   

Janson, D. (2016) Leren van de buitenwereld.
Geraadpleegd op 19-09-2024,
van https://wij-leren.nl/buitenschools-leren-ipc-curriculum.php
Geplaatst op 1 juni 2016
Buitenschools leren

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Cartoon: Cor den Dulk      

De scheiding tussen de schoolwereld en de wereld daarbuiten is soms nog groot. Dat blijkt al de manier waarop de vakken op het rooster zijn gescheiden. Zo is in Nederland begrijpend lezen een apart vak naast leren lezen.

Dat is vreemd: alsof je ook kunt lezen zonder aandacht voor de betekenis van wat je leest. Daar komt bij dat veel leerlingen  de vaardigheden uit die begrijpend leeslessen niet automatisch toepassen in hun biebboek of in een aardrijkskundetekst.

Als zij geleerde kennis en vaardigheden associëren met een ander vak (bv. begrijpend lezen of spelling), dan is het blijkbaar niet vanzelfsprekend dat zij die kennis op andere momenten benutten.

Leren buiten de school

Wat maakt dat leren buiten de school anders gaat dan erin? Daarvoor zijn verschillende oorzaken aan te wijzen. Hierboven zagen we al dat de verkokering van de schoolvakken daarbij een rol speelt. Elk vak heeft een eigen methode, met een eigen ‘thema’ en eigen oefenboeken. Toepassen van het geleerde vindt daardoor vaak in datzelfde isolement plaats, maar wordt daardoor niet zo gauw betekenisvol buiten dat vak.

In de ‘echte’ wereld, buiten de school, leer je altijd als daartoe een concrete aanleiding is. Je wilt iets kunnen oplossen of maken, je bent door een bericht nieuwsgierig geworden en wilt weten hoe dat zit, je ervaart een probleem en wilt dat oplossen, je maakt plannen en wilt die kunnen uitvoeren.

In al die gevallen is de motivatie tot iets leren geen probleem. Je leert binnen een voor jou betekenisvolle context. Bovendien is het doel duidelijk en je kunt zelf bepalen wanneer dat doel is bereikt. Informatiebronnen vinden is daarbij meestal niet het probleem. De juiste bron selecteren kan wel lastig zijn en een reden om contact met anderen te zoeken. 

Leerinhoud

De inhoud van het programma op school en de dingen die spelen in die wereld buiten de school passen steeds vaker niet meer bij elkaar. Zo is, ondanks dat het gebruik van digitale apparaten voor de leerlingen heel normaal is, op maar weinig scholen leren typen onderdeel van het programma.

Tegelijkertijd vinden de meeste basisscholen het heel gewoon dat zij nog steeds een vorm van verbonden schoonschrift aanleren. Leren schrijven blijkt van belang voor het goed leren (her)kennen van de lettervormen, maar daartoe is het aanleren van blokletters genoeg. Goed kunnen omgaan  met een tekstverwerkingsprogramma zou daarna(ast) een actueler doel kunnen zijn.

Het onderwijs kan wel wat leren van die leerervaringen buiten de school.  De belangrijkste kenmerken van buitenschools leren zijn de samenhang, de betekenisvolheid en het eigenaarschap van wie leert. Samenhang betekent het benutten en versterken van verbindingen. Verbindingen tussen onderwerpen en vakken, maar vooral verbindingen in de hersenen. Leren is immers het maken en versterken van dergelijke neurale verbindingen met de al aanwezige voorkennis.

Leertaak

Betekenisvol is een leertaak als de lerende herkent wat er te leren is en begrijpt wat dit toevoegt aan zijn al verworven repertoire. Het betekent dus niet dat het altijd voortkomt uit een geheel vrije keuze. Ook buiten de school doen zich situaties voor die je niet zelf kiest, maar die wel tot leren (moeten) leiden.

Schoolse doelen zijn daarmee niet achterhaald, maar moeten wel voortvloeien uit een duidelijke aanleiding. Dat wil zeggen, dat het ‘probleem’ eerst duidelijk moet zijn, voordat de leerlingen zich oplossingen daarvoor eigen kunnen maken. Dat lukt beter als er bovendien perspectief is op een toepassing daarvan.

Eigenaar van zo’n leerproces ben je zodra je zelf weet wat je doel is, als je zelf kunt kiezen wat voor jou de best passende aanpak is (en je dus over een functioneel repertoire beschikt) en je zelf kunt herkennen wanneer je je doel hebt bereikt, zodat je ook weer zelf het bewijs daarvoor kunt leveren. Dat gaat verder dan mogen kiezen of je eerst de rekenopdracht of de spellingopdracht van je weektaak gaat maken…

International Primary Curriculum

Is dit een utopie? Zeker niet! Op de ca. 140 Nederlandse basisscholen die met het International Primary Curriculum (IPC) werken is de binnen- en de buitenwereld met elkaar verbonden en is de verkokering van de meeste schoolvakken een gepasseerd station. Vanuit de 90 beschikbare thema’s (‘units’) gaan de leerlingen actief aan de slag.

Zij volgen daarbij een cyclus van logische stappen, die precies ervoor zorgen dat die kenmerken samenhang, betekenisvolheid en eigenaarschap tot hun recht kunnen komen. Zie: http://www.ipc-nederland.nl/

Voorwaarden

Om zo te kunnen werken zijn wel wat condities nodig. Je vraagt van leerlingen om te kiezen welk aspect van een thema zij verder willen onderzoeken en uitdiepen, om dit vervolgens op een passende manier aan de anderen te presenteren. Dat klinkt simpel, maar ‘kiezen’ betekent wel iets. Je moet een afweging kunnen maken, durf hebben om met iets aan de gang te gaan waarvan je een heleboel nog niet weet en misschien nog niet kunt overzien.

Het betekent ook dat er iets te kiezen is en dat je daardoor dus iets anders niet kan doen. Zodra je hebt gekozen, ben je samen met je groepje, verantwoordelijk voor dat aspect en voor de overdracht van wat je hebt gevonden of ontwikkeld naar de anderen. Dit vraagt inzet, zorgvuldigheid, effectief samenwerken en soms zeker ook uithoudingsvermogen.

Dat is dus een heel andere manier van werken dan leerlingen laten kiezen waarover ze een ‘werkstuk’ of een ‘spreekbeurt’ willen houden. Vaak leidt dit tot presentaties van dingen die zij al lang wisten (‘mijn konijn’), terwijl de anderen niet van die presentatie afhankelijk zijn. Dit soort activiteiten gaat daardoor nauwelijks over leren, tenminste niet over iets leren van het gekozen onderwerp.

Zelden stellen leerlingen zich daarnaast doelen over de presentatie zelf, die voortkomen uit een analyse van wat zij zouden willen verbeteren aan bijvoorbeeld hun taalgebruik.

Leg naast dit soort schooltradities die drie kenmerken en je merkt dat hier sprake is van een veel grotere vrijblijvendheid. De vorm staat centraal, maar niet de functie en dat is een al lang bekende valkuil van ons onderwijs.

De toenemende mogelijkheden om buitenschools leren en schools leren met elkaar te verbinden bieden volop kansen om dergelijke valkuilen te herkennen en zo te vermijden. Dat versterkt de motivatie en zeker ook de opbrengsten van onderwijs. Opbrengsten die niet altijd met toetsen te meten zijn, maar wel van groot belang blijken. Gelukkig dat het Platform onderwijs 2032 dat ook heeft (h)erkend, getuige hun toekomstschets voor het basisonderwijs. 

Dit artikel verscheen in SpeZiaal jrg. 8 - 2015-2 

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.