Kennisplatform
Nieuw: Let op! Wij-leren.nl lanceert nieuwe website

Verwachtingen van het jonge kind

Sieneke Goorhuis
Orthopedagoog en spraakpatholoog bij Stenden Hogeschool   

Goorhuis, S. (2014). Verwachtingen van het jonge kind.
Geraadpleegd op 19-09-2024,
van https://wij-leren.nl/verwachtingen.php
Geplaatst op 1 juni 2014
Verwachtingen

Hoge verwachtingen?

Het ministerie van onderwijs en de Onderwijsraad stellen dat leerkrachten verwachtingen van jonge kinderen moeten hebben, hoge verwachtingen zelfs.
Alleen zo kunnen kinderen gemotiveerd worden om een zo hoog mogelijke opleiding te volgen. En dat is nodig om een tweedeling in de maatschappij te voorkomen, namelijk de tweedeling tussen hoog – en laag opgeleid.

Hoe moeten we pedagogisch gezien tegen deze stellingname aankijken?

Als eerste komt een versje van Toon Hermans in me op: 'Een kind, een kind is zoveel meer, dan een aanstaande dame of een aanstaande heer.'
 
Als tweede zie ik weer voor me hoe, op een wintersportvakantie, vier jongens die hun middelbare school hadden afgerond en zouden beginnen aan een vervolgstudie, met ski’s naar de skilift trokken. Op dat moment realiseerde ik me: daar gaan een a.s. dokter, een a.s. violist, een a.s. architect en een a.s. econoom.
Had ik dat van tevoren verwacht? Nee, in het geheel niet! Zijn ze ook allemaal geworden wat ze toen van zichzelf verwachtten? Nee, ook dat niet. De architect werd een scheepsbouwer en de violist werd, ondanks zijn talenten en diploma’s op dit vlak, een tekstschrijver.
 
Nu kan tegengeworpen worden dat ze wel allemaal hoog opgeleid zijn en dat het daarom gaat. Toch denk ik dat verwachtingen hebben gevaarlijk is. Wanneer we verwachtingen van kinderen hebben, gaan we uit van een verwachtingspatroon. Dat is een min of meer vast omlijnd idee van wat er komen gaat.
Het woord verwachtingsvol zou in verband met kinderen beter op zijn plaats zijn: vol verwachting en hoop op een harmonieuze ontwikkeling. Dat is iets anders. Dat is kinderen liefdevol volgen en stimuleren in de hoop dat zo tot hun bestemming kunnen komen. Wat dat uiteindelijk zal zijn kunnen we niet verwachten, dat zullen we wel merken!

Een oudere vriendin

Ik las in het levensverhaal van een oudere vriendin het volgende: 'Mijn ouders hadden hoge verwachtingen van ons, we moesten het goed doen. Als we dan iets lieten zien, een tekening of een werkje, dan was het commentaar: 'dat is goed, maar de volgende keer is het vast nog beter!' Het gevolg is dat ik tot op hoge leeftijd aan alles wat ik doe twijfel of het wel goed genoeg is.' Een fundamentele twijfel is op deze manier gezaaid!
De verwachtingen die in het onderwijs worden gevraagd gaan om cognitieve prestaties: lezen, schrijven en rekenen. We moeten daar ook zo vroeg mogelijk mee beginnen. Er wordt verwacht dat peuters en kleuters al letters en cijfers kunnen leren.
 
Alle andere dingen die peuters en kleuters laten zien zijn minder belangrijk. Er wordt bijvoorbeeld niet verwacht dat het vrije spel, dat het kind zelf initieert van waarde is voor de latere cognitieve prestaties Daar kan dus op bezuinigd worden! Beter kunnen programma’s geïntroduceerd worden, weliswaar speels gebracht, maar toch een programma.
 
Hoewel wetenschappelijk onderzoek aantoont dat een programmatische aanpak een jong kind niet in een versnelling brengt en ook geen meerwaarde oplevert voor het latere leren lezen en schrijven, gaat men hier ijzerenheinig meedoor. Het begrip verwachtingswaarde is onbekend: het verschil in de uitoefening van een optie en de prijs van het onderliggende effect.

Risicokinderen

De optie van een programmatische aanpak heeft als onderliggend effect dat de kinderen voor wie de speelse oefeningen toch wel erg moeilijk zijn (de risicokinderen) zich terugtrekken van de scholing:
- Maarten doet alsof hij de leerkracht niet hoort en wordt verwezen naar een Audiologisch centrum met de vraag of hij slechthorend is.
- Bas loopt bij de leerkracht weg en speelt zijn eigen spel, hij wordt naar de kinderpsychiater verwezen met de vraag of hij een aan autisme verwante contactstoornis heeft.
- Loes doet wel erg haar best, maar is als ze thuis komt is ze zo moe dat ze alleen nog maar kan afreageren met, voor haar ouders, onbegrepen driftbuien.
 
Het onderliggende effect bevindt zich op het emotionele vlak. “Ik kan of wil niet meedoen.” of  “Ik kan wel meedoen, maar dat gaat ten koste va mijn humeur”. En juist de emotionele ontwikkeling is de basis voor alles wat verder volgt. Wanneer peuters en kleuters zelfvertrouwen ontwikkelen, zullen ze op basis daarvan hoge verwachtingen hebben van zich zelf: “dat kan ik””of dat wil ik leren”.

Intrinsieke verwachtingen

Alleen intrinsieke verwachtingen, verwachtingen van het kind zelf uit, bepalen het uiteindelijke schoolsucces. Intrinsieke verwachtingen ontwikkelen zich in een stimulerende, kindvolgende omgeving, waarbij je mag worden wie je bent ( maar nog niet kunt zijn), op jouw manier en in jouw tijd. Verwachtingen van buitenaf verlammen.
 
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.